vrijdag 28 juli 2006

GSM

Druk, druk, druk. Even een telefoontje hier, een telefoontje daar. Hulde aan de uitvinder van mobiele telefoon. Niks telefoonkaart voor een telefooncel, telefooncel zoeken, gewoon bellen waar en wanneer je wilt! En als voor je werk ambulant bent, is het mobieltje natuurlijk een bijzonder prettig en noodzakelijk stukje werkgereedschap.

Maar ik moet toegeven af en toe word ik gek van het ding. Altijd bereikbaar en soms na veel bellen zijn mijn oortjes rood. En niet alleen van de sappige verhaaltjes die mij ter ore komen. Mijn Nokia-tje is gewoon warm geworden, met als gevolg een warm oorschelpje. Mij is gesouffleerd dat mogelijk komt door de elektromagnetische straling welke van het mobieltje tijdens gebruik afkomt. De gedachte bekruipt me dan soms: “Kan toch eigenlijk niet goed zijn hé, zo een ding tegen mijn hersenpan!”. Maar of ik het echt te weten zal komen…. Er zijn tal van wetenschappelijke onderbouwingen die zeggen dat het geen kwaad kan, even zoveel zeggen dat het wel kwaad kan. Wie zal ik vandaag eens geloven.

Hoe dan ook, ik weet niet of u bekend bent met de Toolboxservice" van Isolease. Velen van u kennen de terminologie waarschijnlijk niet eens. Een Toolboxmeeting is een middel om informatie en onderricht te geven aan medewerkers. Het betreft vaak onderwerpen over gevaar op de werkvloer en hoe de medewerker dit kan voorkomen. Bedrijven die VCA-gecertificeerd zijn (bijvoorbeeld bedrijven uit de bouw of in de petrochemie), zijn verplicht om tien keer per jaar een Toolboxmeeting te verzorgen. Omdat het uitwerken van een onderwerp vaak extra tijd kost, die ze mogelijk beter kunnen besteden, wenden ze zich tot Isolease voor een uitgewerkt onderwerp. Gemak dient immers de mens.

Tijdens het bestuderen van informatie over elektromagnetische velden, voor het maken van de Toolboxmeeting Elektromagnetische velden (hoe kan het ook anders), viel mijn oog op de volgende: Tips voor het gebruik van de mobiele telefoon. Het is afkomstig van Arbo en Veiligheid 2006-2. Tips om misschien even bij stil te staan. Ik wilde ze u in elk geval niet onthouden.

Tips voor het gebruik van de mobiele telefoon:



  • Houd de gesprekken zo kort mogelijk, om zo kort mogelijk aan de straling bloot te staan.
  • Bel zo weinig mogelijk binnen en ga zo dicht mogelijk bij een raam of opening staan, om de magnetische velden gemakkelijker naar buiten af te voeren.
  • Bel niet zonder buitenantenne en handsfree-set vanuit de auto.
  • Vermijdt het gebruik van een hoofdset indien mogelijk. Het snoer dat gebruikt wordt, straalt ook uit. Daarnaast draagt men bij het gebruik van een headset het mobieltje op het onderlichaam wat volgens recent onderzoek schade aan zaad en embryo's kan veroorzaken.
  • Let bij nieuwkoop op de laagste Sarwaarde* (deze zou lager dan 0,8 Watt/kg moeten zijn). De fabrikanten moeten in of aan de verpakking en anders op hun website bkend maken dat hun product aan deze norm voldoet.
  • Indien er wordt gekozen voor Bluetooth op de mobiele telefoon, kies dan voor een klasse drie Bluetooth headset. Deze heeft een vermogen van 1/1000 Watt (het mobieltje zelf heeft een maximaal vermogen van 1 of 2 Watt, dus 1000 of 2000 keer zoveel straling als de Bluetooth headset).
  • Hecht geen waarde aan afschermingsmiddelen die worden aangeboden, tenzij het resultaat meetbaar is aangetoond.

    * SAR-waarde: de specifieke absorptiesnelheid (in het Engels SAR= specific absorption rate)
  • woensdag 26 juli 2006

    Gastblogger: Igor Kluin - Qurrent

    Onze tweede gastblogger dient zich aan. Igor Kluin. Na jaren enthousiast te hebben gewerkt aan zijn ‘Reclame Divisie’ gooit hij het nu over een andere boeg. De noodzaak om structureel op een alternatieve wijze energie op te wekken is evident. Onze fossiele brandstoffen raken op en we belasten ons milieu zodanig dat deze niet ongeschonden uit de strijd kan komen. Igor's nieuwe initiatief ‘Qurrent’ speelt daar op in en stelt particulieren en bedrijven in staat om op een duurzame wijze decentraal energie op te wekken. Igor aan het woord:

    Global Dimming

    “This is a film that demands action”. Zo begint de documentaire die ik twee weken geleden zag ik op de BBC. Een documentaire over “global dimming”. Ik had over dit fenomeen al wel wat gelezen, maar wat deze beelden mij lieten zien was echt shocking. Ik zou eigenlijk willen zeggen: “this is a blogpost that demands action”.

    OK, even terug: wat is global dimming? Global dimming kun je eigenlijk heel letterlijk nemen: het licht op de aarde wordt gedimd. Met andere woorden, de hoeveelheid zonlicht dat de aarde bereikt neemt af. Dit is het gevolg van luchtvervuiling die met name op het noordelijk halfrond wordt geproduceerd. Het gaat daarbij dit keer niet om schadelijke gassen zoals CO2, maar om deeltjes zoals roet etc. Die deeltjes komen in de lucht en vormen samen een soort sluier die zonlicht gedeeltelijk tegenhoudt. In de VS ongeveer 10%, in de UK 16% en in Rusland maar liefst 30%... Ik wist niet wat ik hoorde: 30%!

    De documentaire maakt twee effecten van Global Dimming duidelijk:

    1. Doordat minder zonlicht de aarde bereikt als gevolg van luchtvervuiling, wordt de aarde minder verwarmd. Nu hoor ik je denken, dat is toch een mooi effect tegenover Global Warming, het snel opwarmen van de aarde? Dat is ook zo. Maar als je even doordenkt kom je dus tot de conclusie dat het broeikaseffect eigenlijk nog schadelijker is dan we al dachten! Global Dimming verhult letterlijk en figuurlijk de krachtige temperatuursstijging waar de aarde aan begonnen is. De modellen die gebruikt worden om de temperatuur op aarde te voorspellen zullen dus sterk naar boven moeten worden bijgesteld! Zeker nu we de luchtvervuiling door deeltjes de laatste jaren beginnen terug te dringen. Wanneer Global Dimming wordt gereduceerd, zal Global Warming versneld plaats gaan vinden

    2. Een ander effect is de impact die de deeltjes hebben op weerpatronen. In de documentaire wordt als voorbeeld de situatie in midden Afrika genomen. De stammen daar leefden al eeuwen van de jaarlijkse moesonregen die net voldoende water bracht om van te leven. In de jaren 70, 80 en 90 bleek die moeson nauwelijks meer te vallen. De film laat duidelijk zien dat dit het gevolg is van de vervuiling uit het noorden. Ik kreeg een benauwend schuldgevoel: het lijkt er toch echt op dat er miljoenen doden zijn gevallen als direct gevolg van onze vervuiling... Ik krijg er weer rillingen van.

    Ik ben overigens echt geen geitewollensokken-figuur; en ook geen milieu-freak. Ik ben meer een praktische realist. Maar juist vanuit dat realisme ben ik gaan inzien dat we echt voor grote klimatologische veranderingen staan. Ik noem dat zelfs niet eens ‘slecht voor het milieu’; de aarde komt er wel overheen hoor. Alleen wij mensen kunnen wat minder goed met de gevolgen overweg. Daarom eis ik ook, net als deze film, action! Van mijzelf, maar ook van jou: we moeten anders met energie omgaan!

    Zelf doe ik mijn kleine deeltje via mijn nieuwe bedrijf Qurrent renewable energy waarmee ik het lokaal opwekken van duurzame energie wil stimuleren. Decentrale Duurzame Energie is werkelijk een prachtige oplossing die we allemaal kunnen gaan toepassen. Ja, het is nu nog wel duurder, maar olie en gas verbranden zal ons echt duurder komen te staan. Bovendien wordt met de stijgende olieprijs duurzame energie steeds goedkoper. De vraag is: durven we voor de lange termijn te kiezen?

    Tot slot, hierbij de link naar de documentaire. Je kunt hem niet online bekijken helaas, maar wanneer je hem wilt zien kan ik hem wel op een DVD zetten en aan je toesturen. Stuur daarvoor even een email naar igor.kluin@Qurrent.com. Ik doe het graag.

    Een andere film die eveneens een schok teweeg zal brengen is het mooie initiatief van Al Gore (ja, die): An Inconvenient Truth. Niet alleen een film overigens, maar een heel programma om wereldwijd meer mensen bewust te maken. Bekijk de trailer op de site, dan ga je zeker naar die film dit najaar.

    Zeg het voort.

    vrijdag 14 juli 2006

    Gastbloggers

    U heeft al even kennis kunnen maken met onze eerste gastblogger, Gerard Koppers.

    Binnenkort komen er meer gastbloggers aan het woord. Het zijn ondernemers, managers en andere buitengewoon interessante mensen die voor ons hun visie op een bepaald (aan kwaliteit, arbo, veiligheid en/of milieu gerelateerd) onderwerp vertellen. Houd dit blog goed in de gaten!

    Gastblogger: Gerard Koppers.

    Graag stel ik u voor aan onze eerste gastblogger: Gerard Koppers.

    Naast zijn werkzaamheden bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid in de hoedanigheid van Informatiespecialist, is hij directeur van het Nationaal Brandweer-documentatiecentrum. Hij schreef voor ons (omdat er -gezien de dienstverlening van Isolease- raakvlakken zijn) een kleine geschiedenis van de Brandweer:

    De geschiedenis van de Brandweer: Tegen oorlog, water en vuur.

    Al in de primitieve omstandigheden van de vroege middeleeuwen kregen mensen in de gaten dat ze zich tegen allerlei onheilen beter konden beschermen door samen te werken. De belangrijkste bedreigingen in die tijd waren oorlog, water en vuur. Oorlog en overstroming waren vaak nog wel voorspelbaar en daar kon men zich op voorbereiden. Vuur kon in die tijd van open ovens, houten huizen en rieten daken elk moment onverwacht uit de hand lopen en ontaarden in een onbeheersbare brand. Het was daarom ook in die tijd zaak om daarop voorbereid te zijn.

    De primitiefste methoden om een eenmaal uitgebroken brand te bestrijden waren kuipen of emmers met water, (natgemaakte) zeildoeken en haken en bijlen. Met de laatstgenoemde gereedschappen werden dakbedekkingen of indien nodig hele huizen gesloopt om de uitbreiding van het vuur tot staan te brengen. Daarvoor was organisatie en regelgeving nodig, die opgesteld moest worden door degenen die als overheid waren aangewezen. De oudst bekende brandvoorschriften dateren uit de veertiende eeuw, waarin geregeld was hoe men iedereen moest alarmeren en mobiliseren, wie de leiding had bij de bluswerkzaamheden en hoe de schuldvraag en het kostenverhaal vastgesteld konden worden.

    Ontwikkeling
    Vanuit de primitieve brandblusorganisaties uit de middeleeuwen ontwikkelde zich in de zeventiende eeuw – met name in de grotere steden – een georganiseerde brandweer, die de beschikking kreeg over brandspuiten, die op hun beurt ook weer een regeling van de werkzaamheden nodig maakten. Sommige brandweerorganisaties waren gestoeld op de burgerlijke dienstplicht, andere maakten gebruik van vrijwilligers die daarmee weer vrijstelling van militaire diensten konden krijgen.

    Tot aan het begin van de twintigste eeuw was de bescherming tegen de bekende onheilen vooral een taak van de lokale overheid. Vanaf dat moment werd oorlogvoering een nationale aangelegenheid en werd de waterstaat in grotere verbanden geregeld. Het onheil van brand, dat niet snel een bovengemeentelijke schaal zou kunnen krijgen, bleef een lokale zaak.

    Vanaf de motorisering van het brandweermaterieel was het niet meer nodig om grote hoeveelheden mensen te mobiliseren voor het transporteren van het water naar het vuur. Een kleinere groep goed gemotiveerde medewerkers, die goed met het moderne materieel overweg kon, bood doorgaans een betere bescherming.

    Industrialisering en professionalisering
    Door de verdere industrialisering van Nederland en in de aanloop naar de Tweede wereldoorlog werd duidelijk dat de omvang van het brandgevaar de lokale mogelijkheden zou kunnen overstijgen en werden samenwerkingsverbanden in het leven geroepen. De bezetting, bombardementen en oorlogshandelingen toonden aan dat de verplichte normalisatie, opleiding, tactiek en regionale samenwerking hun vruchten hadden afgeworpen en na de bevrijding is er veel aandacht geweest voor de professionalisering van de brandweer en haar materieel.

    Na de oorlog is er langdurig en zorgvuldig gediscussieerd over de aard en plaats van de brandweer, waarna weloverwogen is gekozen voor brandweerzorg als gemeentelijke taak. Wel werd – mede ingegeven door de snel toenemende risico's in de moderne maatschappij – veel geld en energie gestoken in grootschaliger samenwerking, opleiding en oefening. De voor Tweede Wereldoorlog en later de Koude Oorlog opgerichte organisaties ter bescherming van de burgerbevolking tegen de gevolgen van oorlogsrampen werden – vooral door gebrek aan draagvlak – uiteindelijk in de tachtiger jaren opgeheven en de taken zijn overgedragen aan de vredesorganisaties. De brandweer was als hoeder tegen het onheil van oudsher de aangewezen instantie om van de vernieuwde rampenbestrijdingsorganisatie de spil te vormen.

    De brandweer nu
    Vrijwel alle gemeenten in Nederland beschikken over een eigen brandweerkorps, dat in actie komt bij elk onheil, wateroverlast, brand, ongevallen en terroristische aanslagen. De brandweer is professioneel opgeleid en geoefend en voorzien van modern materieel. Al die gemeentelijke korpsen werken samen in veiligheidsregio’s, waarvan er 25 zijn in Nederland en waarvan de grenzen vrijwel gelijk lopen met die van de politieregio’s. In zo’n veiligheidsregio worden met name alarmering, opleiding en oefening en ook beheer als gezamenlijke activiteit uitgevoerd. Ook de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen maakt onderdeel uit van de veiligheidsregio. Door de samenwerking is het beter mogelijk om de grotere risico’s en de grootschaligheid van potentiële rampen het hoofd te bieden.

    Vroeger, nu en in de toekomst mag de burger 24 uur per dag rekenen op de brandweer in geval van nood. Wat voor nood dat dan ook moge zijn.

    G.P. Koppers, 14-07-2006

    woensdag 12 juli 2006

    Papieren tijger

    Nog steeds hoor ik af en toe (maar gelukkig steeds minder) dat een kwaliteitssysteem alleen maar papierwerk in de hand zou werken en dat het niets oplevert. Ik leg dan graag uit dat dat zeker niet zo hoeft te zijn. Er is een gouden regel voor implementatie: Doe het goed!

    Natuurlijk bestaat de kans dat u een papieren tijger creëert. En het zou in het ergste geval kunnen uitmonden in veel heisa wanneer de organisatie er niet klaar voor is, of in een geldverslindend monster wanneer het beoogde rendement uitblijft. U heeft het echter allemaal zélf in de hand. Vergelijkt u het maar met de aanschaf van een goede stofzuiger. U deed deze investering om uw vloeren eenvoudig en snel schoon te krijgen. Helaas wordt de gebruiksaanwijzing niet gelezen en blijft het apparaat vervolgens in de kast staan. Het staat wel stof te vangen, maar niet op de manier zoals het werd bedoeld. Treft deze stofzuiger dan blaam voor uw steeds vuiler wordend karpet?

    Succes!