dinsdag 26 september 2006

Gastblogger: Wouter Flach - Technipower

De vierde alweer. Gastbloggen is populair. Deze keer geven we graag Wouter Flach het woord. Hij schetst voor ons zijn ervaringen op het gebied van de implementatie van VCU (Veiligheids Checklist Uitzend- en detacheringsbureaus) bij Technipower Project Engineering - een projectsourcer met passie voor techniek-. Het heeft zijn organisatie onverwachte voordelen opgeleverd (en wij krijgen onverwacht een complimentje, dank je Wouter!). Lees hieronder Wouter's "bittere waarheid":

VCU en de bittere waarheid.

November 2004: Eén van onze opdrachtgevers wil weten of Technipower in staat is om voor een tijdelijk project een tweetal service monteurs en een werkvoorbereider beschikbaar kan stellen. De technici moeten allen in het bezit zijn van een geldig VCA certificaat. Geen probleem, al onze medewerkers hebben een dergelijk certificaat of we zorgen er voor dat dit behaald wordt. Tot zover geen enkel probleem. Twee dagen later een telefoontje van de opdrachtgever; “zijn jullie VCU gecertificeerd?” Eerste reactie: “Geen flauw idee, vast wel.” Nou mooi niet dus. Vanaf dat moment is Technipower niet meer hetzelfde geweest.

Wat verandert er nu binnen je organisatie en hoe gaan mensen daar mee om? Is VCU een doel of juist toch het middel? Moet men veranderen of is het makkelijk inpasbaar? Maar de belangrijkste vraag is toch wel; waarom doen we het en wat levert het op? We blijven uiteindelijk toch een commerciële organisatie die streeft naar winst. Is Technipower meer waard geworden doordat we nu het VCU certificaat hebben? Leveren we beter werk af? Hebben opdrachtgevers nog meer vertrouwen in Technipower? Allen vragen die een Directeur van een bedrijf bezig houden, want waarom anders zoveel geld uitgeven.

De antwoorden op deze vragen zijn niet eenvoudig met ja of nee te beantwoorden. Het gaat er namelijk niet om dat je door een certificeringsdeskundige gefeliciteerd wordt met het behalen van het VCU certificaat. Uiteindelijk gaat het erom dat alle medewerkers zich bewust zijn van het feit dat vrijwel iedere baan bepaalde risico’s met zich meebrengt. Dit houdt in dat je als medewerker je best moet doen deze risico’s zo klein mogelijk te houden. Echter, ziet iedereen wel dat er überhaupt risico’s aanwezig zijn binnen functies?

Vaak erkent men bepaalde risico’s niet of ziet men deze niet als zodanig. Een computer of telefoonkabel door een kantoor is geen risico, men moet er gewoon overheen stappen. Wanneer je als service monteur of account manager ca. 25000 km per jaar voor het werk in de auto zit, is dit geen risico, want iedereen kan natuurlijk autorijden. Medewerkers moeten zich dus anders opstellen en niet alleen uitgaan van boerenverstand, maar zich volledig inzetten om het aanwezige risico, hoe klein ook, nog kleiner te maken, danwel een kandidaat dusdanig voor te bereiden dat deze op een juiste manier weet om te gaan met deze risico’s.

Naast een andere instelling vraagt het ook een andere werkwijze. Alles krijgt een meer gestructureerde invulling. Processen beschrijven de manier waarop gewerkt dient te worden en welke stappen gedaan worden bij bepaalde handelingen. Vervolgens moet alles aantoonbaar zijn. Aantoonbaar betekent voor commerciële mensen zoals ik zelf, vertraging, administratie en geneuzel, kortom iets wat niet bijdraagt aan het scoren!

Als initiatiefnemer was het dan ook moeilijk om mensen te overtuigen van de voordelen van dit certificaat. Iedere keer gaf ik maar weer aan dat we op deze manier met meer bedrijven zaken mogen en kunnen doen. Dat werkt in ieder geval zolang opdrachtgevers het certificaat vereist stellen voor de samenwerking. Uiteindelijk is Technipower in december 2005 officieel gecertificeerd door BVQi en zijn wij in het bezit van ons certificaat!
Wat is er veranderd?

Technipower werkt volgens een aantal procedures, waar formulieren aan verbonden zijn en waarbij rekening gehouden wordt met mogelijk aanwezige risico’s. Daarnaast heeft Technipower een kantoor geopend in Den Bosch, heeft er uitbreiding plaatsgevonden in Amersfoort en Eindhoven. We hebben een Veiligheids & Gezondheidscoördinator, een Bedrijfshulpverlener en een ziekteverzuimpercentage van 1,8 %. Of dit allemaal het positieve gevolg is van het behalen van het VCU certificaat durf ik niet meteen te zeggen. Wel durf ik te zeggen dat we ons meer bewust zijn van het werk waar we mee bezig zijn en wat de gevolgen kunnen zijn van bepaalde handelingen. Daarnaast beseft iedere medewerker zich ook meer dat er op een werkplek risico’s kunnen zijn die voor anderen niet als zodanig ervaren worden.

Misschien wel de grootste verandering binnen de organisatie is dat er nu volgens bepaalde structuren gewerkt wordt die acties niet alleen aantoonbaar maken, maar vooral ook overdraagbaar, dit zorgt voor snelheid, duidelijkheid en resultaat. Iets wat voor een commercieel persoon, zoals ikzelf, van wezenlijk belang is in het uitvoeren van zijn functie.

Mede dankzij de goede begeleiding van Isolease, ben ik in staat geweest om collega’s en directie te overtuigen van het nut van het VCU certificaat en zijn wij geworden tot de gestructureerde en veiligheidsbewuste organisatie die we nu zijn.

Wouter Flach
Managing Consultant en voormalig V&G coördinator.

dinsdag 19 september 2006

RI&E: Niet complex, wel wettelijk verplicht!

Anekdote
“Een RI&E” verzucht de ondernemer. “Ik moet een RI&E. Kunt u mij helpen?” Het ging als volgt:

Ik werd ingeschakeld door een kleinschalig installatiebedrijf, alwaar de arbeidsinspectie op bezoek was geweest en het bedrijf had gewezen op het ontbreken van de wettelijk verplichte RI&E (Risico Inventarisatie en evaluatie). Er zou een boete volgen tenzij het bedrijf nog binnen een afzienbare termijn aan haar verplichting kon voldoen. Feest der herkenning.

“Er is zo’n kerel langs geweest van de Arbeidsinspectie en nou moet ik een of ander arborapport anders krijg ik een boete. Kunt u dat even regelen?” Klonk het aan de andere kant van de telefoon. Ik maak uiteraard een afspraak en tref een week later een alleraardigste man die zich van geen kwaad bewust lijkt en zich afvraagt of ondernemers nog mogen ondernemen in dit land. Een veel gehoorde frustratie. Ik luister naar zijn vermakelijke verhaal en start ondertussen alvast de laptop op. Eigenlijk heb ik altijd veel sympathie voor dergelijke ondernemers.

De inventarisatie verloopt een beetje moeizaam. Niet uit onwelwillendheid, maar laat ik het voorzichtig uitdrukken; uit gebrek aan kennis. Een voorbeeld: Op de vraag of er tijdens de werkzaamheden wellicht sprake is van hinderlijk geluid of lawaai (gezien eventuele gehoorschade, begrijpt u), antwoordt de man: “Nee, hoor. We zetten de radio altijd wat harder”. We hebben nog een lange weg te gaan…

De wet
Sinds 1 januari 1994 is een RI&E een wettelijke verplichting voor werkgevers. Ook het ‘plan van aanpak’ is expliciet opgenomen in de wet en maakt sinds 1 november 1999 integraal deel uit van de RI&E.

Een RI&E geeft inzicht in de sterke en zwakke punten op het gebied van veiligheid, gezondheiden welzijn van het bedrijf. Elke werkgever moet onderzoeken of het werk gevaar kan opleveren of schade kan veroorzaken aan de gezondheid van de werknemers. Onderwerpen als arbobeleid, gevaarlijke stoffen, lawaai, lichamelijke belasting, ziekteverzuim, vluchtwegen, werkdruk, voorlichting, werken met beeldschermen en agressie komen hierbij aanbod. Dit onderzoek, dat schriftelijk moet worden vastgelegd, wordt een risico-inventarisatie en -evaluatie genoemd.

Een plan van aanpak met verbeteringsmaatregelen maakt dus deel uit van de RI&E. In het plan van aanpak moet de werkgever aangeven binnen welke termijn concrete maatregelen in verband met de geïnventariseerde risico's worden genomen. Tevens dient de werkgever jaarlijks te rapporteren aan de werknemers over de uitvoering van het plan van aanpak.

De RI&E dient te worden bijgesteld zodra gewijzigde werkmethoden, werkomstandigheden of technische innovaties hiertoe aanleiding geven. De Arbeidsinspectie controleert werkgevers op de naleving van deze RI&E-verplichting. Tevens toetst de Arbeidsinspectie de praktijkomstandigheden op de “werkvloer” aan de RI&E en het plan van aanpak.

Werkgevers hebben sinds een recente de wetswijziging meer flexibiliteit omtrent de RI&E:
Organisaties met ten hoogste 40 uur arbeid per week moeten een RI&E hebben, maar hoeven dat document niet te laten toetsen. Organisaties met ten hoogste 10 werknemers hoeven hun RI&E niet langer te laten toetsen, mits ze gebruik maken van een goedgekeurde branche-specifieke door een deskundige getoetst RI&E-instrument.

Voor organisaties waarvoor niet zo’n CAO-RI&E-instrument bestaat, en voor alle organisaties met meer dan 10 werknemers blijft een toets verplicht.

Let op: Bij het tellen van het aantal medewerkers geldt niet het aantal FTE’s, maar het aantal daadwerkelijke personen!

De uitvoering
Het uitvoeren van een RI&E is niet ingewikkeld. U volgt de volgende 4 stappen:

Stap 1. Inventarisatie.


Zorg voor een lijst met risico's in uw bedrijf. U kunt die lijst zelf opstellen, maar u kunt ook gebruikmaken van bestaande lijsten. Of u kunt uw RI&E door een arbodienst of deskundige laten uitvoeren. De lijst moet antwoord geven op de volgende vragen:
-Zijn er in het verleden ongevallen gebeurd in mijn bedrijf?
-Wat kan er op dit moment fout gaan in mijn bedrijf, zodat ongevallen of verzuim optreden?
-Hoe groot is de kans dat het gebeurt?
-Hoe beperk ik een risico? Of de schade als het toch misgaat?
-Welke maatregelen zijn nodig? En hoe voer ik ze door?
-Hoe zorg ik dat de maatregelen blijven werken?

Stap 2. Evaluatie.


Vergelijk alle risico’s van de lijst en zet ze in de goede volgorde onder elkaar. Welke risico's zijn het meest dreigend? Zijn er situaties in uw bedrijf die wettelijk niet zijn toegestaan? Welke risico's kunnen schade veroorzaken aan uw medewerkers, apparaten of het productieproces? Welke risico's zien uw medewerkers graag aangepakt? Welke aanpassingen zijn technisch mogelijk, en - ook belangrijk - hoeveel kunt u investeren?

Stap 3. Plan van Aanpak.

U heeft nu een lijst met “Things to Do”. De derde stap is: termijnen prikken voor het aanpakken van de risico’s in uw bedrijf. Wie gaat met welk risico aan de slag? En wanneer bent u tevreden? Wat levert het op? Kortom, een plan van aanpak. Zo lost u de risico’s één voor één op, bij voorkeur aan de bron. Misschien zijn er meer vliegen in één klap te slaan.

Stap 4. Toetsing

U moet nu uw RI&E laten toetsen door een gecertificeerde arbodienst of deskundige. Die kijkt of alle risico’s op de lijst staan. Of de situatie in uw bedrijf goed is weergegeven. Of de laatste normen en richtlijnen zijn gebruikt. Wat tien jaar geleden nog mocht, mag nu misschien niet meer. Een gecertificeerde arbodienst of deskundige toetst uw RI&E en adviseert bij het plan van aanpak. Vervolgens brengt u het plan van aanpak ten uitvoer. U overlegt de voortgang jaarlijks met uw werknemers, de OR of PV.

Succes!


Bron: rie.nl