zaterdag 28 april 2007

De toolbox-meeting

Wat, wanneer, hoe vaak, waarover? De toolbox-meeting even in het kort toegelicht:

Middels een certificering conform de VGM Checklijst voor Aannemers (VCA) brengt u structuur aan in uw bedrijfsvoering op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu, zowel in de uitvoering als uw communicatie. Goede, veilige arbeidsomstandigheden creëren begint bij bewustwording. Een van de middelen om te informeren en onderricht toe te passen is de “toolbox-meeting”.

Het VCA certificaat verplicht de houder ervan om 10 maal per jaar een toolbox-meeting te beleggen. Het is de bedoeling dat alle medewerkers en/of (onder)aannemers deelnemen aan de meeting.

Tijdens de toolbox-meeting wordt door de direct leidinggevende in een tijdsbestek van ongeveer 20 minuten één veiligheidsonderwerp (bijvoorbeeld werken op hoogte, persoonlijke beschermingsmiddelen, gevaarlijke stoffen, hijsen en heffen etc.) besproken. Het is ook mogelijk om een externe deskundige in te schakelen om de toolbox-meeting vorm te geven. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een leverancier van veiligheidsmiddelen. Het is niet de bedoeling dat het een lange vergadering wordt.

Alle deelnemers worden geregistreerd op een presentielijst. Bovendien wordt er een verslag van de bijeenkomst gemaakt. Het verslag dient voor alle deelnemers beschikbaar te zijn. In dat verslag worden ook eventuele actiepunten opgenomen. Tijdens de volgende toolbox-meeting zal hier op worden teruggekomen.

Niet VCA gecertificeerd? Toch toolboxen! Het is meer dan verstandig om uw medewerkers met enige regelmaat van veiligheidsonderricht te voorzien, ook wanneer er geen certificering om vraagt. De arbowet zegt er immers ook iets over en daarnaast is voorkomen altijd beter dan genezen. Iedere maand een korte bijeenkomst beleggen is een mooie manier om bewustwording te stimuleren.

Een succesvolle toolbox-meeting begint met een goede voorbereiding. Het voorbereiden van een toolbox-meeting kan u veel tijd kosten. Het onderwerp, de informatie, het kost allemaal tijd. U kunt bij Isolease een toolboxabonnement afsluiten. U ontvangt dan 10 maal per jaar een voorbereid toolboxonderwerp. Het betreft een uitgewerkte hand-out die u ook aan uw medewerkers kunt verstrekken. Aspecten als risico’s, onderhoud & keuring en wet- en regelgeving worden hierin behandeld.

Zo simpel is het.

Al een jaar aan het bloggen...

Yep, we bloggen inmiddels al een jaar. Inspiratievolle weken werden afgewisseld met de nodige writersblocks. Een lage post-frequentie betekende overigens meer dan eens gewoon een hele drukke periode. Klanten gaan immers altijd voor.

Al met al veel positieve reacties en hier en daar ineens vermeldingen elders op het web. Sinds onze start is het aantal unieke bezoekers ruim vertwintigvoudigd. Bovendien vallen ons ook veel vaste lezers en deel. Allemaal erg leuk.

Overigens: we gaan gewoon nog een poosje door, hoor! U zal hier in de toekomst meer verschillende bloggers aantreffen -naast de gebruikelijke gastbloggers.

Gaan we nu even een bescheiden feestje vieren, de éénkaarsige taart komt net binnen...

vrijdag 27 april 2007

Een preventiemedewerker, heeft u er al een?

Ieder bedrijf moet 'intern' een preventiemedewerker aanstellen die zorg draagt voor de dagelijkse veiligheid en gezondheid in het bedrijf, zo schrijft de Arbowet ons voor. Wie wijst u aan, of neemt u de taak zelf op u, en wat doet de preventiemedewerker precies?

Wettelijke verplichtingen
Op het gebied van arbo- en preventietaken moet u kiezen tussen een zogenoemde ‘maatwerkregeling’ of een ‘vangnetregeling’. Verder moet u een (of meerdere) preventiemedewerker(s) aanwijzen, ongeacht voor welke regeling u kiest. De preventiemedewerker draagt zorg voor de dagelijkse veiligheid en gezondheid in het bedrijf.

Deze verplichting geldt voor iedere ondernemer die ook werkgever is, al heeft u maar een (parttime) medewerker in dienst. Raak niet direct in paniek: in een bedrijf met maar één (part-time) administratief medewerker, behelst de functie vanzelfsprekend veel minder dan in een bouwbedrijf met 30 werknemers.

LET OP:Heeft u uw zaken niet goed geregeld, dan kan de arbeidsinspectie boetes opleggen die kunnen oplopen tot € 3000,- per overtreding.

De preventiemedewerker
Het belangrijkste is dat u een preventiemedewerker expliciet benoemt en dat deze de risico's van het bedrijf in kaart brengt. Een taak die u sowieso al dient uit te voeren in het kader van de verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). U moet ten minste één werknemer aanwijzen voor deze taak. In bedrijven met maximaal 25 werknemers mag de werkgever de functie overigens zelf op zich nemen, mits hij aan de deskundigheidseisen voldoet.

De preventiemedewerker heeft drie wettelijk verplichte taken:
- het in kaart brengen van de risico's
- overleggen met de personeelsvertegenwoordiging;
- uitvoeren van de arbomaatregelen.

Voorkom hogere verzuimkosten!
Wie wijst ú aan als preventiemedewerker in uw bedrijf? Dat is geen kwestie van 'iene miene mutte', maar moet u goed overwegen. Als u de keuze niet zorgvuldig maakt, dan kan dat leiden tot toename in verzuim en daardoor hogere kosten voor verzuimbegeleiding.

Deskundigheidseisen
Wat moet een preventiemedewerker dan wel kunnen? Regelmatig wordt gesuggereerd dat preventiemedewerkers verplicht zijn een cursus te volgen. Dit is niet juist. Het is niet wettelijk bepaald aan welke opleidingseisen een preventiemedewerker moet voldoen. Belangrijk is, dat de medewerker bekend is met de arbeidsrisico’s in het bedrijf en deskundig advies kan geven over voorkomen van ongevallen. Een cursus of opleiding is dus niet verplicht, maar kán wel nuttige handvatten bieden. Hoe deskundig de preventiemedewerker moet zijn, kan het beste worden vastgesteld in de RI&E van het bedrijf.

Positief rendement
Onderschat het belang van een preventiemedewerker niet. Op de langere termijn gaat het om de vitaliteit en continuïteit van het bedrijf.


Even voor het begrip: eén dag verzuim van een werknemer met modaal inkomen (€ 27.000,- per jaar) kost het bedrijf € 325,- per dag. Als bij een bedrijf waar iedereen modaal verdient het verzuim met 1% daalt, bespaart u rond de € 400,- per werknemer per jaar!

Bron: OR Net

donderdag 26 april 2007

Wat houdt de zorgplicht precies in?

De werkgever is verplicht de werkzaamheden zo te organiseren dat de werknemer geen schade lijdt. De zorgplicht geldt ook voor personen die niet bij de werkgever in dienst zijn, maar wel meewerken, bijvoorbeeld stagiairs, uitzendkrachten of vrijwilligers. (BW 7:658)

Verplichtingen van de werkgever zijn onder andere:
- zorgen voor een veilige en gezonde werksituatie;
- het voeren van een arbobeleid;
- organiseren van bedrijfshulpverlening.

Vanaf 1 juli 2005 moet een organisatie minimaal één medewerker aanwijzen als preventiemedewerker. Deze medewerker functioneert naast de interne of externe gecertificeerde arbodienst of arbodeskundige. Bij een bedrijf met minder dan 15 werknemers mag de werkgever de rol van preventiemedewerker vervullen. Daarvoor is wel overeenstemming nodig, al of niet collectief, met de personeelsvertegenwoordiging. In alle gevallen moet er in voorkomende gevallen wel een bedrijfsarts beschikbaar zijn.

De werknemer is verplicht zich te houden aan de voorschriften die de werkgever geeft. Ook mag de werknemer niet roekeloos handelen. (BW 7:660).

Verplicht

In de Arbeidsomstandighedenwetgeving wordt nadere invulling gegeven aan de algemene zorgplicht zoals hierboven beschreven. Consequenties van de arbowetgeving zijn:

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E):
- Er bestaat de verplichting risico’s te inventariseren en te evalueren (door RI&E’s) in het licht van de actuele mogelijkheden bij de arbeidsomstandigheden;
- Het plan van aanpak, waarin aangegeven staat hoe, wanneer en door wie maatregelen tegen risico’s genomen worden, moet in ieder geval jaarlijks worden geëvalueerd en overlegd met betrokken personeelsleden;
- Producties zijn bijna per definitie veranderende werkomstandigheden; voor nieuwe producties is een evaluatie van de risico’s verplicht;
- Er moet een lijst zijn met arbeidsongevallen waarop onder andere de aard van het ongeval en de datum worden geregistreerd.

Risicoaanpak:
- Risico’s moeten in eerste aanleg bij de bron worden aangepakt;
- Als dit niet mogelijk is, volgen collectieve maatregelen;
- Als dit onvoldoende bescherming biedt, volgen er maatregelen gericht op het individu;
- Ten slotte moet de werkgever, als er nog onvoldoende bescherming is, doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking stellen.

Organisatie:
- De inrichting, werkmethoden, arbeidsmiddelen en arbeidsinhoud moeten zoveel mogelijk aan de persoonlijke eigenschappen van werknemers zijn aangepast;
- De werkgever zorgt voor een goede verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden en houdt daarbij rekening met de bekwaamheden van de werknemers;
- De werkgever zorgt voor taakgerichte, adequate voorlichting en onderricht of instructie;
- Bij de keuze van de arbeidsmiddelen houdt de werkgever rekening met de risico’s uit de RI&E.

Persoonlijke beschermingsmiddelen:
een persoonlijk beschermingsmiddel is in beginsel bestemd voor gebruik door één persoon;
gegevens over de persoonlijke beschermingsmiddelen moeten in het bedrijf beschikbaar zijn.

Extra
Wat hierboven beschreven staat, richt zich op regelgeving over de arbeidsomstandigheden. Naast deze regelgeving wordt de werkgever geacht een goed werkgever te zijn. De ervaring leert echter ook dat aandacht voor veilig en comfortabel werken en goede communicatie in de organisatie een gunstige invloed hebben op de motivatie en de kwaliteit van werken.

Rol medewerker
De medewerker heeft ook plichten. Hij moet zich houden aan de voorschriften die de werkgever oplegt. Ook mag hij niet roekeloos handelen.

Verplichtingen van de werknemer zijn onder andere:
- Het gebruik van beveiliging en persoonlijke beschermingsmiddelen;
- Het juiste gebruik van apparatuur en gevaarlijke stoffen;
- Meewerken aan georganiseerd onderricht;
- Het melden van gevaren bij de leidinggevende.

Bron: Arboportaal

vrijdag 13 april 2007

Vraag en aanbod bij duurzaam ondernemen

Onlangs publiceerde Prof.dr. Gerard Keijzers (Center for Sustainability, Nyenrode Business Universiteit) onderstaand artikel m.b.t. duurzaam ondernemen. Ondernemers komen nog geregeld hindernissen tegen, die door hun klanten worden opgeworpen. Graag vraag ik, door het integraal publiceren van zijn artikel op dit blog, nog even aandacht voor het onderwerp:

Vraag en aanbod bij duurzaam ondernemen

Duurzaam Ondernemen is niet alleen een kwestie van willen of van kunnen. Ondernemers moeten ook de ruimte krijgen van hun klanten en opdrachtgevers om hun duurzame kwaliteiten te demonstreren en waar te maken. En die ruimte wordt maar al te vaak beperkt. Juist door opdrachtgevers die zich op de borst slaan over hun duurzaamheidsambities.

Wat te denken van een overheid die aangeeft in zijn bestekken voor concessieverlening voor openbaar vervoer in een regio dat zij ‘de laagste kosten’ als uitgangspunt neemt. Zo’n signaal slaat elke duurzaamheidsambitie van Connexxion, Arriva of Veolia plat. De boodschap van de opdrachtgever is: ik hoef geen roetfilter op de bus en extra beveiligingsinstrumenten zijn me gewoon te duur. Laat staan dat we over energiezuinige bussen willen praten.

Wat te denken ook van een gemeente die tegen zijn energiebedrijf zegt: energiebesparingsmaatregelen ok, maar we moeten wel het in de gemeentebudget begrote dividend realiseren. Zo’n signaal zal het management van het energiebedrijf niet buitensporig prikkelen tot meedenken over renovatieplannen in combinatie met energiebesparingsmaatregelen in oude wijken.

Overheden die duurzaam zeggen te zijn, maar hun vervoersbedrijven en energiebedrijven niet de ruimte geven voor duurzaam ondernemen, blijven zitten met een ‘fijn stof’-probleem op drukke verkeersaders en zullen nooit CO2neutraal worden (ook al is dat het officiële streven).

Kortom, overheden die de ruimte voor duurzaam ondernemen zo beperken, zijn geen haar beter dan de zogenaamde milieubewuste consumenten die staand voor de schappen bij de kruidenier toch kiezen voor de “kiloknallerkipaanbiedingvandeweek”

Duurzame Ondernemers moeten de ruimte krijgen om duurzaam te ondernemen. Duurzaamheid gaat over kwaliteit; dat mag wat kosten. De overheid kan als eerste daarvoor de ruimte bieden, maar doet dat veel te weinig.

Prof.dr. Gerard Keijzers, Center for Sustainability, Nyenrode Business Universiteit