vrijdag 29 april 2011

Column - Pleinvrees

Ik vrees dat de gemeente Rotterdam het ook dit keer weer moet ontgelden. Maar in feite zou het iedere willekeurige gemeente kunnen zijn. Ik krijg het namelijk een beetje op mijn heupen ondertussen. Aanvankelijk was ik  - met de rest van de wijk - erg verheugd dat de stratenmakers arriveerden. Eindelijk. De boel zakt hier namelijk sneller dan het vertrouwen in het dienstrooster van de NS.

En zo lag daar in no-time een prachtig nieuw plein. Met een enorme wow-factor. We waren er zelfs bijna trots op. Totdat we tot onze verbazing zagen dat het met dezelfde snelheid weer gesloopt werd. ‘De verkeerde tegels’, wist een voorman me te vertellen.  Ik zag in alle eerlijkheid het verschil niet - na het herleggen ervan. Qua tegels dan. Wel zag ik dat het schots en scheef lag. En niet zo’n beetje ook. Niet dat het veel uitmaakte, want er werd kort daarop met groot materieel overheen gedenderd, want de straten verderop moesten ook worden aangepakt.  En dan gooi je natuurlijk over de gehele lengte van de wijk alle kruisingen open. Of dicht, zo je wilt. Logisch. Dat betekent een eind omrijden met de auto, met de fiets beslist niet kunnen passeren en te voet wel zicht hebben op een loopplank, maar er met geen mogelijkheid bij kunnen. Schier onmogelijk. Al-les ligt open. Ook de weg naar de loopplanken.

De incidentele stoutmoedige voetganger die wel een sprongetje durft te wagen blijft met de voet achter een bijkans onzichtbare tripwire hangen. Zo’n touwtje dat waterpas gespannen wordt, weet u wel. En niet dat deze inmiddels dapper zandhappende voetganger dan te hulp wordt geschoten, nee, er is namelijk geen stratenmaker te bekennen. Waar ze wel zijn is volstrekt onduidelijk.  Maar alles blijft stug open liggen.

Begrijp me niet verkeerd, ik heb veel respect voor hard werkende stratenmakers. Een slopend vak is het. Maar kon het nou niet een klein beetje logischer? Dat er even een beetje nagedacht wordt over de logistiek, de planning, de volgorde, over de algehele uitvoering eigenlijk. Dan hebben de mannen in kwestie toch ook veel meer eer van hun werk. Denk ik. Maar ik denk vooral ook aan de faalkosten. Die moeten enorm zijn. 

Managementsysteempje iemand?

Sinds de 5e editie van jaargang 26 (kortom; afgelopen juli) schrijf ik een column in het vakblad "Kwaliteit in Bedrijf".  Ik wil u die natuurlijk niet onthouden.  Nummer 8 heeft u zojuist gelezen.

Alle columns krijgen  - hoe toepasselijk - het label "column".

dinsdag 26 april 2011

Stuurlui

In 'het veld' krijg ik nog wel eens kritiek te horen over de norm. Daar zouden toch wel eisen in staan die volkomen onzinnig zijn voor een goed functionerende onderneming. Bedacht door 'de NEN' die ver van de werkelijkheid af zou staan. Ach ja. Om een misverstand uit de wereld te helpen: NEN (zonder lidwoord, of u moet ons voortaan ook DE ISOLEASE gaan noemen) bedenkt de norm niet. NEN faciliteert het proces om tot normen of richtlijnen te komen. Normen worden opgesteld door marktpartijen die een (direct) belang hebben bij heldere afspraken.

ISO 9001, de norm voor kwaliteitsmanagementsystemen, valt onder de normcommissie 'Kwaliteitsmanagement. In deze normcommissie zitten mensen met jarenlange ervaring op het gebied van kwaliteitsmanagement. De crème-de-la-crème, zeg maar. Sommigen in de rol van kwaliteitsmanager, anderen in de rol van auditor. Met elkaar bepalen zij het Nederlandse standpunt in het internationale proces. ISO 9001 is namelijk een internationale norm, dus het buitenland mag ook meepraten. Zo zijn we dan ook wel weer.

De norm wordt dus vastgesteld door de mensen die er zelf ook veel mee te maken hebben. En die als de zogenaamd beste stuurlui vanaf de wal blijven roepen dat het maar niks is. Om er vervolgens als 'adviseur' wel een aardige boterham mee verdienen. ISOLEASE neemt wel actief deel aan deze normcommissie. Net als echte schippers. 'Je verantwoordelijkheid nemen', heet dat bij ons. Maar om eerlijk te zijn, ook wel om als eerste op de hoogte te zijn van de nieuwste ontwikkelingen. Doen we niet moeilijk over. Als normvaste non-conformisten moeten we zelfs bekennen dat wij het leuk vinden om op het hoogste niveau over ons vak te discussiëren en als eerste de nieuwste concept normen uit te pluizen.

Recente onderwerpen die in de normcommissie aan de orde zijn geweest, zijn onder meer de voorbereidingen voor de nieuwe ISO 9001. Komt pas rond 2015, dus geen paniek. Om toch goed voorbereid te zijn, is besloten in een kleinere werkgroep alvast voorbereidingen te treffen voor als straks het internationale proces op gang komt. Na de internationale brainstorm, met deelname van ondergetekende, en de user survey, willen we natuurlijk zorgen dat Nederland voldoende inbreng kan hebben. De eerste bijeenkomst van onze werkgroep zal in mei zijn. ISOLEASE kijkt er al naar uit.

Andere actuele thema's zijn de richtlijn voor interne audits (ISO 19011) en de norm voor inspectie-instellingen (ISO 17020). De Nederlandse normcommissie had graag gezien dat in ISO 19011 aandacht zou zijn voor op risico's gerichte audits. Helaas bleek daar onvoldoende steun voor op internationaal niveau. In de concept (DIS) ISO 17020 wordt ruimte gelaten dat de 'kerntaken' van een inspectie-instelling worden uitbesteed. Onwenselijk vindt de Nederlandse normcommissie. We stemmen in beide gevallen dan ook 'tegen'.

Hoewel de uiteindelijke invloed van ons als ISOLEASE natuurlijk niet zo groot is - zo realistisch zijn we ook - vinden we deelname aan deze commissie toch belangrijk. Vooral omdat we door middel van deelname als eerste inzicht hebben in de nieuwste ontwikkelingen. Leuk voor ons, maar vooral voor onze klanten. Die weten namelijk zeker dat onze adviezen toekomstbestendig zijn.

vrijdag 1 april 2011

Om vrolijk van te worden

Veel organisaties houden zich actief (of toch iets minder actief) bezig met kwaliteits-management. Gelukkig wel. En soms zelfs zonder dat ze het zelf door hebben. Laat staan dat ze zich door 'ISO' laten afschrikken. Een vrolijk makend voorbeeld is Theater Zuidplein dat vrijwel alle principes van kwaliteitsmanagement toepast. Zonder ze bestudeerd te hebben. 'Onbewust bekwaam' noemen we dat.

In tegenstelling tot concurrenten zijn de bezoekersaantallen afgelopen periode sterk gegroeid. Bij Theater Zuidplein hoor je ze dus geen 'het ligt aan de crisis' roepen om matige prestaties te vergoelijken. Je zou ze Rotterdams kunnen noemen. Directeur Doro Siepel heeft juist gekeken waar de kansen lagen (in ISO-taal valt dit binnen het principe van 'Leiderschap').

Vier jaar geleden heeft ze met haar mensen een missie geformuleerd. Theater Zuidplein is sindsdien een 'volkstheater'. Doelgroep: met name Rotterdammers - van 'Zuid' - met een MBO-opleidingsniveau. Het blijkt dat 70% van de Rotterdammers tot deze groep behoort. Strategisch gezien ook fijn is dat concurrerende zalen zich wat minder bekommeren om deze doelgroep (in ISO-taal: principe van 'Klantgerichtheid').

Vervolgens is men gaan nadenken op welke wijze deze groep het beste kon worden bediend. Onderdeel van de gewijzigde aanpak werd gevormd door een ander personeelsbeleid, want er moest een ander soort programmering komen. Ook de marketing moest op een andere wijze worden uitgevoerd (in ISO-taal: principe van 'Systeembenadering van management').

Het centrale woord hierbij is 'identificatie'. De bezoekers moeten zich kunnen herkennen in hetgeen er op het toneel wordt gebracht. Dat wil niet zeggen dat er alleen maar makkelijk entertainment wordt uitgevoerd. Maar wel weer op een manier die de doelgroep aanspreekt. Om een breed en afwisselend programma te kunnen bieden wordt samengewerkt met verschillende partners. Gezelschappen met diverse achtergronden krijgen de ruimte om hun kunsten te vertonen (in ISO-taal: principe van 'win-win relaties met leveranciers').

Het is niet ingewikkeld om alle principes van ISO 9001 te koppelen aan dit verhaal. Wie verder zoekt zal waarschijnlijk ook alle normeisen wel terug kunnen vinden bij Theater Zuidplein. Toch weer het bewijs dat ISO 9001 vooral bestaat uit maatregelen die iedere goede organisatie zelf ook kan bedenken. Directeur Doro Siepel is het levende bewijs. En daar komt geen certificaat aan te pas. Hoeft ook niet.

Het succes van Theater Zuidplein (20% meer bezoekers in 3 jaar tijd) bewijst dat het loont om de behoeften van de klanten centraal te stellen in de bedrijfsvoering. Commercieel best aantrekkelijk. Maar ook heel ISO.

En daar worden wij bij ISOLEASE gewoon heel blij van.