vrijdag 20 mei 2011

Wasserbomben

De meeste mensen van mijn generatie kunnen het zich nog wel herinneren. Op enig moment werd de Westlandse tomaat niet meer gepruimd door onze oosterburen. Jarenlang hadden tuinders zich ingespannen om perfect ogende tomaten te produceren, wilde de Duitser ineens dat er smaak aan zat. Tja, daar hadden we niet op gerekend.

Hoe ik hierop kom? Ik moest er aan denken toen een klant mij weer een vroeg of kon komen helpen om het kwaliteitsmanagementsysteem vlot te trekken. Wat was het geval? Enkele jaren terug was bedrijf X aan ‘de ISO’ gegaan. Vooral omdat klanten ‘ISO’ toch wel heel erg eisten. Gelukkig was er nog wel een adviseur in het netwerk van de directeur te vinden die in ‘no-time’ zo’n handboekje in elkaar kon zetten. Snel en natuurlijk niet duur. Binnen een paar weekjes was het gepiept. Handboek klaar. Certificaat aan de muur.

De eerste jaren ging het nog wel. De audits werden braaf uitgevoerd. Soms kwamen er ook zinvolle bevindingen naar boven. De directiebeoordeling werd al vrij snel een worsteling. Met het jaar kostte het steeds meer moeite om de directie er van te overtuigen dat ze toch echt iets moesten schrijven over ‘de ISO’. En eerlijk is eerlijk, de geproduceerde rapporten zagen er op zich vertrouwenwekkend uit. Nadere bestudering leerde dat de paar knelpunten die niet over het hoofd waren gezien, keer op keer terug kwamen. Wel telkens anders geformuleerd. Dat dan weer wel.

Het opzetten van een goed kwaliteitsmanagementsysteem is op zich niet moeilijk. Het minimale dat nodig is om een werkzaam en werkbaar systeem op te zetten, is netjes beschreven in ISO 9001. Wel moet dan ieder onderdeel op zorgvuldige wijze in 'het systeem' worden gezet. Als één element ontbreekt of te zwak is, ontstaat geen sterke ketting. Een cliché, maar o zo waar. En zorgvuldigheid is geboden. Een managementsysteem bestaat namelijk niet alleen maar uit techniek, maar juist voor het grootste gedeelte uit mensen. En die hebben nu eenmaal tijd nodig om de nieuwe ideeën te laten rijpen.

Net als de tomaten duurt het even voordat mensen de smaak te pakken hebben. Daarom nemen wij – in tegenstelling tot de adviseur die het oorspronkelijke systeem had gebouwd – de tijd. Dus niet binnen twee weken alles over de schutting, maar uitgebreid met medewerkers aan tafel om te zorgen dat ze inzien wat het systeem voor ze kan betekenen. En wat niet, overigens. Ieder onderdeel ruime aandacht. Niet alleen het zichtbare, maar ook de onzichtbare gedeelte. Dus zowel de schil als de smaak.

Of de klachten van de Duitser over onze ‘Wasserbomben’ nou terecht waren of niet, feit is wel dat ik tegenwoordig bij de groenteboer kan kiezen uit een grote hoeveelheid verschillende soorten tomaten. Voor ieder soort gerecht een eigen tomaat. Minder mooi rond soms, maar zeker voller van smaak. Het is met de tomaten dus helemaal goed gekomen. En met het systeem van mijn klant komt het uiteraard ook weer helemaal goed.

donderdag 19 mei 2011

Een gewone zaak

Igor is een groene held. Punt. Maar dat wisten we al lang, natuurlijk. En schrijven kan-ie ook. Ik ben daarom zo vrij om zijn blogpost hier ook even onder de aandacht te brengen. Dat moet. Want wij konden het er niet hartstochtelijker mee eens zijn. Igor dus, over de 'gewone zaak'. Een must read.


De gewone zaak

Ik ben er klaar mee. Al die groene feestjes. Van het ene bedrijf dat aankondigt vanaf 2015 alleen nog maar groene stroom te gebruiken (2015?) naar het volgende dat duurzaam WC papier maakt, naar weer een ander dat Cradle to Cradle adopteert alsof het een mytisch geschenk uit de hemel is waaraan men zich graag uitlevert. Echt, ik ben er zo klaar mee.

Begrijp me niet verkeerd: wat die bedrijven doen is hartstikke goed. Natuurlijk moeten we onze producten en diensten op een duurzame manier ontwikkelen, produceren, gebruiken en hergebruiken. En natuurlijk zit daar een een mooie business case achter; als afval een grondstof wordt sla je twee vliegen in een klap. En natuurlijk is dat rendabel te maken. Logisch toch?

Dat is zo logisch, dat ik de feeststemming gewoon niet begrijp. Waar zijn alle groene bedrijven nou zo trots op? Op het feit dat ze nu werken op een manier die niet vervuilend, verspillend en asociaal is? Is dat werkelijk reden voor een feestje?

Laten we met z’n allen als duurzame koplopers niet vergeten wat voor transitie we in zitten. We zijn niet bezig iets goeds nog beter te maken. Was dat maar waar. Feit is dat ons economisch handelen tot nu toe ronduit egoistisch, asociaal en vernietigend is geweest. Als je een ander perspectief kiest dan het westerse, dan is ons handelen ronduit schandalig geweest. Denk eens aan de stammenstrijden in West Afrika, over de zeldzame metalen voor de iPad waarop ik deze column tik. Of aan de voedselcrisis die het gevolg is van ons protectionisme. (Nee, geen luchtige column dit keer…)

Duurzame bedrijven zijn te prijzen om hun moed. Het is niet eenvoudig om dingen anders te gaan doen dan we gewend zijn. Veel lof daarvoor. Maar niet voor het feit dat ze ervoor kiezen om anderen minder schade toe te brengen, de natuur minder te slopen, of andere mensen eerlijk te belonen. Dat is toch geen reden voor een feestje??

Lees verder op Igor's Issues -->