maandag 13 december 2010

Column - Hallo mijnheer de auditor, ik zit hier.

Sinds de 5e editie van jaargang 26 (kortom; afgelopen juli) schrijf ik een column in het vakblad "Kwaliteit in Bedrijf".  Ik wil u die natuurlijk niet onthouden. 

Nummer 5, is dit inmiddels al.

Alle columns krijgen  - hoe toepasselijk - het label "column".

Hallo mijnheer de auditor, ik zit hier.

Eigenlijk kan ik het bijkans altijd met ze vinden. Maar er zijn uitzonderingen. Zeldzaam, maar niet minder vervelend. Auditoren die het niet hebben begrepen, maar denken dat zij de enige zijn die het wel begrijpen. Ik hoef u waarschijnlijk niets uit te leggen. U kent ze wel. Vast al eens eentje tegen het onzalige lijf gelopen. En dan moet je nog een dag. Of drie. Of vijf.

Zo kan ik me er een herinneren die - ja echt, ze bestaan nog - vrouwen in zijn vak niet duldde.  En die mening stak hij nauwelijks onder stoelen of banken. Ik bestond gewoon niet. En dat is verrekt lastig communiceren. Hij keek mij niet aan, groette iedereen behoudens ondergetekende bij aanvang en maakte er een sport van om zo veel mogelijk fouten te zoeken die louter door mij veroorzaakt konden zijn. En nu moet u weten dat ik vrijwel eindeloos plooibaar ben, niet snel gepikeerd en vooral er alles aan doe om mijn opdrachtgever zo rimpelloos mogelijk door een audit te loodsen, maar dit werd ondoenlijk.

Ik nam hem even apart, zo u begrijpt. En dan blijkt een grote trotse hautaine man ineens een klein jongetje.  Niet gesterkt door auditteamleden of medewerkers van het bedrijf. Ik hoefde eigenlijk alleen maar te kijken en heel rustig te vragen wat nu feitelijk zijn probleem met mij was. Hij kwam niet verder dan mijn ‘vrouw zijn’ en - via een omweg - mijn evident weigerachtige houding om mij  tegenover hem slaafs op te stellen. Wel heb ik hem nog even fijntjes gewezen op het feit dat mijn opdrachtgever ook de zijne is. En dat een iets klantvriendelijkere houding hem wel zou passen. Overigens mis ik dat bij meerdere heerschappen, merk ik (ik zeg nu heerschappen omdat ik bij de dames auditoren die gedragslijn nog nooit heb kunnen bespeuren).

Het is goed gekomen. Uiteindelijk. Maar ik nam me wel op dat moment voor om het ooit eens op te schrijven. Daar is per slot van rekening vast een keer een gelegenheid voor.

vrijdag 3 december 2010

NEN0512 – Leidraad voor de viering van het Sint Nicolaasfeest (Artikel Kwaliteit in Bedrijf)

Zo af en toe verschijnt er een artikel van mijn hand in de "Kwaliteit in Bedrijf". En omdat herhaling toch de kracht van het onderwijs is, een artikel met ervaring in een nieuw jasje. Over  - hoe kan het anders in december - onze eigen Sint. Genormeerd en wel. In de versie van 2010, want de norm was ondertussen aan herziening toe. Overigens; in de MaDiWoDoVrijdagshow legt Sinterklaas het zelf ook nog even uit. 

NEN0512 – Leidraad voor de viering van het Sint Nicolaasfeest

Alles is tegenwoordig genormaliseerd, dus ook Sinterklaas. Althans, zijn feest. Heus. Maar ik ben vooral blij dat-ie er weer is. Een jaar is overigens best lang, zonder pepernoten, taai taai en chocolade pietpoppen. Nou ja, eerlijk is eerlijk, die koop je tegenwoordig al in juni. Maar niettemin; Sinterklaas wordt altijd gemist. En dit jaar zette hij voet aan Nederlandse bodem in Harderwijk. Maar dat neem ik hem niet kwalijk.

Die Sinterklaas van ons, is dus aan de nodige regels en voorschriften gebonden. Nu heeft-ie daar keurig een Quality-Piet voor aangesteld (ja, die bestaat), maar zoals ieder jaar betekent dat wel extra scherp en alert zijn. Voor het hele Quality team eigenlijk, want het is zonder goede ondersteuning niet te doen, hoor – maar dat hoef ik u natuurlijk niet uit te leggen. Die Quality-Piet moet namelijk toezien op de handhaving van de NEN 0512. 'De Leidraad voor de viering van het Sint Nicolaasfeest' om precies te zijn. En dat moet u vooral niet onderschatten.

Zijn takenpakket bestaat onder andere het controleren van de vervoersmiddelen. En dat zijn niet uitsluitend Pakjesboot 12 en Amerigo, u moest eens weten wat er aan materiaal achter de schermen wordt ingezet en welke logistieke kunststukjes er aan het publieke oog worden onttrokken. Voorst heeft hij zich te houden aan de richtlijnen voor aankomst en vertrek. Dat betekent solide onderzoek naar en ballotage van een geschikte Nederlandse havenstad (dan wel een stad die of dorp dat is gelegen aan een bevaarbare rivier) met een voldoende diepgang voor de stoomboot natuurlijk. Overigens is tegenwoordig voor overzeese gebieden een aankomst per vliegtuig toegestaan. Dat u het weet.

Verder moet hij toezien op de betrekkelijk nauw luisterende Sinterklaasetiquette. Denk daarbij aan de kleding van zowel Sint als zijn Pieten, wijze van begroeten, kleurstellingen enzovoorts. Zo draagt Sint-Nicolaas louter een witte onderjurk  - of wel ‘tabberd’ - van katoen of zijde, welke max. 100 mm boven de enkel eindigt. De tabberd moet dan wel afgezet zijn met kanten decoraties. En zijn zwarte schoenen - van een laag model uiteraard - mogen natuurlijk uitsluitend worden gedragen tijdens publieke optredens. Maar dat spreekt voor zich. Dan zijn er nog voorschriften voor baard, bril, (werk)mijter en staf. Maar ook de Pieten ontkomen niet aan de nodige regels. Van huidskleur (ja echt) tot veren. Allemaal onderworpen aan de kwaliteitscontrole van de Quality-Piet.

En dan is er nog de 'bepalingsmethoden authenticiteit Sint-Nicolaas'. Want er moet wel met stelligheid vastgesteld kunnen worden dat we met de echte Sint Nicolaas te maken hebben. Mocht er nu een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bestaan dat het toch een imitatie Sint betreft, dan mogen de 'Voorschriften bij de confrontatie met niet-authentieke personen in het bijzijn van kinderen' worden afgestoft. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan clandestiene hulp-Sinterklazen. Of ze het nu goed bedoelen of niet. En dat in het licht van de recente ontwikkelingen rondom mijnheer Maas en zijn moordlustige maniakale horror Sint; ga er maar aan staan, nog los van ordinair beschonken of de tegenwoordig obligate groene Klazen.

Kortom; het luistert allemaal tamelijk nauw. Gelukkig vindt  Sinterklaas zelf het vooral heel belangrijk dat het een mooie feest wordt voor u en de uwen. Vooral op de dag voor zijn verjaardag - want u weet natuurlijk best dat de Sint op 6 december jarig is.

Met mijn schoen (de grootste die ik kon vinden, zeg maar een laars) en een flinke winterpeen voor het paard in de aanslag moet het in ieder geval goed komen. Ik doe alvast wat stemoefeningen ook. Want  zingen zullen we. Wordt u er ook zo blij van?

woensdag 3 november 2010

ISOLEASE op Facebook


Het is eigenlijk schaamteloos dat we het u niet eerder hebben verteld. Maar ISOLEASE zit op Facebook. Kon ook niet anders. Via onze site ziet u wel geregeld nieuwsberichten en vlak deze blog niet uit, maar eigenlijk ziet u vrij weinig over wat wij dagelijks meemaken en hoe het er bij ons aan toe gaat. Vinden we best leuk om te delen, dus hebben we een Facebook-accountje aangemaakt. Dat vindt u overigens hier.

Dan is dit het moment waarop wij plechtig beloven ook zo vaak mogelijk een update te posten. Help het ons een beetje onthouden, want over het algemeen zijn we druk bezig met het rennen achter onze klanten aan. En met veel liefde overigens. Kortom; FACEBOOK.

maandag 25 oktober 2010

Column - Radio

Sinds de 5e editie van jaargang 26 (kortom; afgelopen juli) schrijf ik een column in het vakblad "Kwaliteit in Bedrijf".  Ik wil u die natuurlijk niet onthouden. De vierde leest u hieronder. 

Alle columns krijgen  - hoe toepasselijk - het label "column". 

Radio

Je hebt klanten en je hebt klanten. Persoonlijk ben ik gek op hardwerkende (kleinere) ondernemers. En niet louter omdat ik er eigenlijk zelf eentje ben. Die ondernemers kiezen niet altijd uit absolute overtuiging voor certificatie, dat weet ik ook best. Maar ook een RI&E  (Risico Inventarisatie & Evaluatie) valt voor velen in de categorie ‘gedoe’. Het is nu eenmaal wettelijk verplicht, don’t shoot the messenger.

Enfin, zo werd ik een aantal jaren geleden ingeschakeld door een kleinschalig installatiebedrijf, alwaar de arbeidsinspectie een bezoekje aan de werkplaats had gebracht en het bedrijf had gewezen op het ontbreken van de wettelijk verplichte RI&E. En niet de eerste keer, zo bleek. Er zou een boete volgen tenzij het bedrijf nog binnen een afzienbare termijn aan haar verplichting kon voldoen. Feest der herkenning.

“Er is zo’n *piep* langs geweest van de *piep* inspectie en nou moet ik een of ander arborapport anders krijg ik een boete, *piep* Kunt u dat even regelen?”, klonk het aan de andere kant van de telefoon. Daar zat geen woord Frans bij. Ik maak uiteraard een afspraak en tref een week later een alleraardigste man die zich van geen kwaad bewust lijkt en zich afvraagt of ondernemers nog mogen ondernemen in dit land. Een veel gehoorde frustratie. Ik luister naar zijn toch vermakelijke en kleurrijk gebrachte verhaal en start ondertussen alvast de laptop op.

De inventarisatie verloopt een beetje moeizaam. Niet uit onwelwillendheid, maar laat ik het voorzichtig uitdrukken; uit gebrek aan relevante kennis. Op de vraag of er tijdens de werkzaamheden wellicht sprake is van hinderlijk geluid of lawaai - gezien eventuele gehoorschade, begrijpt u - antwoordt de man: “Nee, hoor. We zetten de radio dan altijd wat harder”.

We hebben nog een lange weg te gaan…

maandag 20 september 2010

Column - Er was eens...

Sinds de 5e editie van jaargang 26 (kortom; afgelopen juli) schrijf ik een column in het vakblad "Kwaliteit in Bedrijf".  Ik wil u die natuurlijk niet onthouden. Hieronder nummer drie. 

Alle columns krijgen  - hoe toepasselijk - het label "column". 

Er was eens…

Verrassend vaak krijgen we de vraag om, als onderdeel van een certificatietraject, een handboek op te stellen waarin omschreven staat hoe het zou moeten en niet hoe het feitelijk gaat - normeisen even buiten beschouwing gelaten. Met oog op de toekomst, zeg maar. Dat klinkt heel onlogisch - en dat is het ook, maar ik begrijp het wel. Tenminste, ik begrijp de aanvankelijke gedachte wel. De directie heeft een beeld van de ideale situatie, wil de weg van de minste weerstand kiezen, en is ervan overtuigd dat als ze maar gewoon opschrijft hoe de organisatie moet worden ingericht, deze zich hierop automatisch aanpast. Helaas. Althans, ik heb het nog nooit zien gebeuren. Wat er wel gebeurt is dat het personeel de nieuwe werkwijze geenszins serieus neemt. Veel gehoord op de werkvloer; ”Ze doen het zelf toch ook niet (refererend aan de directie en hoger management), waarom zou ik dan wel veranderen?” Hakken gaan met verbazingwekkende snelheid in het zand. Massaal ook. Weerstand wordt een sport. Dat was nu precies niet de bedoeling.

Geen goed idee dus, zo’n handboek dat meer weg heeft van een wensenlijst dan een verzameling hout snijdende werkwijzen. Is het wellicht toch het overwegen waard om niet alleen goed te kijken naar wat u wilt met uw organisatie, maar om ook eens heel goed naar de medewerkers te luisteren? En wat als u die informatie weet te combineren met wat de klant feitelijk van u vraagt? En stel nou dat u de resultaten daarvan eens opschrijft?

Sprookjesboeken schrijven kan immers altijd nog. En oh ja; een handboek is geen dikke stoffige ordner vol ongelezen proza. Toch?

dinsdag 10 augustus 2010

Kwaliteit in Bedrijf - Artikel - 10 gouden regels voor een succesvol managementsysteem

En dit is er een in de categorie 'herhaling is de kracht van het onderwijs'. Speciaal voor de fijne mensen van de 'Kwaliteit in bedrijf' een artikel met ervaring in een nieuw jasje. Over hoe u de implementatie van een goed managementsysteem voor elkaar bokst.

10 gouden regels voor een succesvol managementsysteem

‘Gedoe’. ‘Papieren tijger’. ‘Rompslomp’. ‘Kost veel, levert weinig op’. Zo worden diverse managementsystemen soms omschreven. Onterecht, zeg ik. Een goed geïmplementeerd managementsysteem vertegenwoordigt geen van bovenstaande omschrijvingen maar houdt een organisatie scherp en laat haar continu verbeteren.

Laat ik de ISO 9001:2000 norm als voorbeeld aanwenden. Deze norm is bedoeld om helderheid, orde en rust te scheppen in een organisatie. Verbetermogelijkheden signaleren, efficiënter werken en kosten drukken. Het levert ‘en passant’ in veel branches ook nog een betere concurrentiepositie op. Een goed geïmplementeerd managementsysteem (bijvoorbeeld conform ISO 9001:2000) staat garant voor tevreden klanten. En u weet: Uw beste verkoper is een tevreden klant.

Ik help u graag een eindje op weg. Daarom 10 nuttige tips voor de implementatie van een succesvol managementsysteem:

1.    Bepaal doelstellingen en leg ze vast.
Een goede doelstelling voldoet aan het SMART-principe (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden).

2.    Creëer draagvlak.
De implementatie verloopt een stuk soepeler wanneer iedereen meewerkt, dan wanneer de hakken collectief in het zand gaan. Motiveer de mensen die het systeem moeten dragen. Leg ze voldoende uit waarom iets op een bepaalde wijze moet gebeuren.

3.    Voer een nul-meting uit.
Bepaal de huidige positie van de organisatie. Leg het ‘sjabloon’ van het gewenste managementsysteem over de huidige situatie. Ga aan de slag met alle elementen die afwijken of ontbreken. Bekijk daarna pas de mogelijkheden ter verbetering van bestaande processen die al voldoen.

4.    Maak het managementsysteem op maat, gebaseerd op huidige werkwijze.
Ga dus niet met standaard handboeken aan de gang, of kopieën van een bevriende ondernemer. Een managementsysteem dat aansluit op de reeds bestaande werkwijze van de organisatie is vele malen makkelijker te implementeren en te onderhouden. Ieder bedrijf is uniek. Het uwe dus ook!

5.    Maak het niet ingewikkelder dan het is.
Dikke handboeken en ellenlange procedures waarin ieder detail is vastgelegd bevorderen de leesbaarheid niet. Bovendien zijn dergelijke systemen in de praktijk nauwelijks uitvoerbaar en handhaafbaar. U creëert zo uw eigen keurslijf. Eenvoud is in dit geval uw beste vriend.

6.    Zorg dat de directie actief betrokken is.
Uitdaging: Laat de directie ook zelf het eigen beleid uitdragen. Directieleden moeten immers het goede voorbeeld geven.

7.    Delegeer.
Wanneer taken worden verdeeld is implementatie -en vooral ook onderhoud- aanmerkelijk eenvoudiger. Denk bijvoorbeeld aan het vormgeven van een projectteam.

8.    Controleer en verbeter.
Houdt de voortgang goed in de gaten. Maak vooral gebruik van het plan-do-check-act model van Deming.
Plan:    Plan een verbeteractiviteit.
Do:    Voer een verbeteractiviteit uit.
Check:    Analyseer de resultaten van de verandering.
Act:    Voer de verbeteractiviteit “breder” uit met nieuwe kennis en inzichten.
 
9.    Vraag om hulp.
‘Bij twijfel niet inhalen’. Dat geldt ook voor de wijze waarop een managementsysteem wordt opgebouwd. Indien u niet beschikt over voldoende kennis en ervaring -of hieraan twijfelt- laat een expert u dan adviseren. De investering in een (goede!) adviseur verdient zichzelf gegarandeerd terug. Kunt u het prima zelf? Doen!

10.    Een managementsysteem is een middel, geen doel.
Ook al eist uw klant misschien een certificaat -en u gaat om die reden over tot een certificering- richt u niet primair op het behalen van dat certificaat, maar gebruik het systeem om uw organisatie te verbeteren en slagvaardiger te maken.

En eigenlijk nog een elfde tip waarmee ik wil afsluiten: Wanneer u kiest voor de implementatie van een managementsysteem, doe het dan goed. Natuurlijk bestaat de kans een papieren tijger te creëren. En het zou in het ergste geval kunnen uitmonden in veel heisa wanneer de organisatie er niet klaar voor is, of een geldverslinder lijken wanneer het beoogde rendement uitblijft. U heeft het echter allemaal zélf in de hand. Vergelijkt u het maar met de aanschaf van een goede stofzuiger. U deed deze investering om uw vloeren eenvoudig en snel schoon te krijgen. Helaas wordt de gebruiksaanwijzing niet gelezen en blijft het apparaat vervolgens in de kast staan. Het staat wel stof te vangen, maar niet op de manier zoals het werd bedoeld. Treft deze stofzuiger dan blaam voor uw steeds vuiler wordend karpet?

Kwaliteit in Bedrijf - Artikel - Nieuwe versie VCA kent nauwelijks wijzigingen

Niet alleen een bescheiden column mag ik soms tikken voor de Kwaliteit in Bedrijf, maar zo incidenteel schrijf ik ook een artikel. En u dacht toch niet dat ik u die weerhield? Over VCA 2008/5.1 dit keer.

 
Nieuwe versie VCA kent nauwelijks wijzigingen

 Met ingang van 1 april jl. is een nieuwe versie van VCA van kracht. De 5.1 versie om precies te zijn. Niet schrikken, de wijzigingen vallen erg mee. Deze nieuwe versie blijft dan ook de naam ‘VCA 2008’ dragen, daar de inhoudelijke veranderingen minimaal zijn. Er volgt slechts een eigen versienummer; 5.1 dus.  

De wijzigingen - met name in de procedure en de bijlagen - zijn het gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe norm ISO/IEC 17021 (accreditatienorm voor certificatie instellingen). De wijzigingen zijn eerder een verduidelijking van de 5.0 versie dan een concrete verandering.  

De belangrijkste wijzigingen som ik even voor u op in onderstaande tabel.


Een overzicht volledig overzicht treft u op www.vca.nl 

En dan is er natuurlijk nog een overgangsregeling. Deze zit iets anders in elkaar dan gebruikelijk. Als volgt:
  • Vanaf 1 mei 2010 dienen nieuwe contracten voor VCA certificatie te worden gebaseerd op VCA versie 2008/5.1.
  • VCA certificatie die is gecontracteerd vóór 1 mei 2010 kan nog worden gebaseerd op de oude versie (VCA versie 2008/05), met dien verstande dat na 1 november 2010 geen VCA certificaten meer mogen worden verstrekt op basis van VCA versie 2008/05.
  • Tussentijdse audits worden afgehandeld op basis van de VCA versie die is gehanteerd bij de initiële audit, respectievelijk de herhalingsaudit (bij verlenging), echter voor wat betreft de VCA 2008/05 niet langer dan tot 1 november 2010.
  • Na 1 november 2010 kan verlenging van certificatie alleen plaatsvinden op basis van de nieuwe versie, ook wanneer van certificatie-instelling wordt gewisseld.
  • Uitbreiding van de scope (raam van activiteiten) van het VCA certificaat kan na 1 november 2010 slechts worden verleend na toetsing op basis van de nieuwe versie.

Tot slot licht ik het meest recente certificatieniveau  - VCA Petrochemie - nog even kort toe, omdat ik in de praktijk merk dat het niet altijd even helder is. Het is uitsluitend bedoeld voor bedrijven die werkzaamheden verrichten aan (petro-)chemische installaties. Niets meer, niets minder. Voor overige werkzaamheden is VCA* (onderaannemers) en VCA ** (hoofdaannemers) de juiste keuze.  Op www.VCA.nl treft u een tabel die precies weergeeft welke certificatieniveau op uw werkzaamheden van toepassing is.

VCA Petrochemie kenmerkt zich met name door de ketenaansprakelijkheid. Dat wil zeggen dat dezelfde eisen voor zowel aannemers als onderaannemer gelden, met name gericht op het borgen van de VCA-eisen op de werkvloer bij de onderaanneming. Verder verankert dit certificatieniveau een gestructureerde beoordeling en selectie van onderaanneming en eist het een VGM- gedragsprogramma. Ook mag er uitsluitend gebruik worden gemaakt van VCU gecertificeerde uitzendbureaus wanneer tijdelijke hulp wordt ingeschakeld. De eisen zijn strenger en omvangrijker dan bij VCA* en VCA**. Reden te meer om goed te onderzoeken of u een certificatietraject conform VCA Petrochemie aansluit op uw werkzaamheden. 

(bron: SSVV)

maandag 9 augustus 2010

Column - Condooms met een gaatje

Condooms met een gaatje

Het moet mij even van het hart. We leven inmiddels in 2010 en nog steeds bereikt mij - iets te vaak dan mij lief is - de opmerking dat certificatie nietszeggend is, vooral omdat ‘je betonnen zwemvesten kunt certificeren’. Of, aan het einde van een obligate netwerkborrel wanneer de wijn in de man is; ‘ik kan ook condooms met gaatjes gecertificeerd krijgen, zolang de gaatjes maar op dezelfde plek zitten’. Ik kan u verzekeren; dat kunt u niet. Tenzij u aan kunt tonen dat uw klanten deze geperforeerde condooms hoog op hun verlanglijst hebben staan. En betonnen zwemvesten verkoopt u waarschijnlijk alleen aan wel zeer dubieuze heerschappen die er nog dubieuzere incassopraktijken op nahouden. Dat lijkt mij geen winstgevend businessmodel. Die opmerkingen komen meestal van eigenaren van bedrijven die niet gecertificeerd zijn, óf van mensen die werken bij een bedrijf dat wel gecertificeerd is maar dat niet zo helder richting het personeel heeft gecommuniceerd. Vrijwillig aangewezen kwaliteitsmanagers die eigenlijk boekhouder zijn, bijvoorbeeld.

Ik luister braaf, lach uiterst vriendelijk en leg dan in Sesamstraattaal uit hoe de norm - voor het gemak de alom bekende ISO 9001, inmiddels 2008 - in elkaar zit. Maar hoe komt het nou, dat slechte imago? Uiten de talloze organisaties die er duidelijk veel baat bij hebben het wellicht te weinig? Maken adviesbureaus er raketwetenschap van, of gooien ze juist een ‘knip-en-plak-handboek’ over de schutting? Worden frustraties onder een vergrootglas gelegd? Of is het nog de nasleep van de allereerste lichting tamelijk rammelende normen? U mag het zeggen. Wat ik wel weet is dat certificatie werkt. Ieder managementsysteem levert resultaat. Mits het goed is geïmplementeerd.

En als het u goed is gelukt. En u plukt de vruchten. Wilt u het dan alstublieft doorvertellen?



Sinds de 5e editie van jaargang 26 (kortom; afgelopen juli) schrijf ik een column in het vakblad "Kwaliteit in Bedrijf".  Ik wil u die natuurlijk niet onthouden. Hier las u de tweede. 

Alle columns krijgen  - hoe toepasselijk - het label "column".

maandag 12 juli 2010

Column - Verstoppertje

Sinds de 5e editie van jaargang 26 (kortom; afgelopen juli) schrijf ik een column in het vakblad "Kwaliteit in Bedrijf".  Ik wil u die natuurlijk niet onthouden. Hieronder de allereerste. 

Alle columns krijgen  - hoe toepasselijk - het label "column". 

Verstoppertje

Vrijwel ieder zichzelf respecterende organisatie voert – veelal – jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek uit. U ook natuurlijk. Hulde. Zo weet u tenminste hoe uw klanten over u denken en wat u moet verbeteren om ze nog blijer te maken (want ontevreden klanten heeft u natuurlijk niet). En weet u waarom u geen ontevreden klanten hebt? Die zijn al weg. Pats. Gemiste kans. Het is namelijk zeer de vraag wat de waarde van uw onderzoek is. Heeft u al eens kritisch gekeken naar de vragen die u stelt, hoe u ze formuleert en vooral; aan wie u ze stelt? Klinkt logisch, maar ik zou de breinen achter deze onderzoeken niet graag als kostganger hebben.

Ik herinner me een opdrachtgever die aangaf over een hele bijzondere selectie van het klantenbestand te beschikken, speciaal bedoeld voor klanttevredenheidsonderzoeken. “Die zijn toch altijd blij”, zo redeneerde hij. Het leverde tijdens externe audits altijd zo’n – in zijn ogen – zinloze discussie met de auditor op wanneer een klant een klacht had geuit. “Dan vraagt zo’n man hoe we de klacht op hebben gelost en of we ervan geleerd hebben, wat een gedoe. Nee, dan zorg ik wel dat we geen klachten krijgen. Kan ik gewoon verder met mijn werk”. Tja.

De vraag is; wilt u oprecht verbeteren? Wilt u wel weten wat de klanten écht van uw product en/of dienst vinden? Het is ook best een beetje eng. En soms doet het ook best een beetje zeer, maar wat is er mooier dan gratis informatie? Of excelleert u liever in het spelen van verstoppertje? Dat mag, hoor. Maar ik vermoed dat de organisaties die precies weten wat er omgaat in hun klanten een langer en succesvoller leven beschoren zijn. Sterker nog, ik weet het zeker.

donderdag 27 mei 2010

Een hap eten en gratis hulp - de ISOLUNCH

Hadden we u eigenlijk al eens verteld over de ISOLUNCH? Nee, he? Gek eigenlijk. Want we doen het al een jaar.

Dat  komt zo: omdat bij ons de teller niet direct gaat lopen, gaven we in de praktijk vrij vaak en vooral veel gratis advies weg. Vinden we verder prima. Maar echt handig was het niet. Temeer we met enige regelmaat hetzelfde verhaal aan het afdraaien waren. Geeft niets, maar dat kon volgens ons wel beter. Daarom bedachten we de ISOLUNCH (een lunch bij ISOLEASE wordt immers in de volksmond al snel een ISOLUNCH). En we doet het iedere maand. Gewoon, omdat we dat leuk vinden. 

En wat is dat dan, zo'n ISOLUNCH?
U komt gezellig bij ons langs (u heeft dan 5 disgenoten). Eten moeten we immers allemaal. U stelt ons in een uur tijd al uw prangende vragen en wij geven daar graag naar beste kunnen antwoord op (geen zorgen; niet met volle mond). En dat is helemaal kosteloos. Zowel de lunch als de antwoorden.

Wanneer u ons vragen stelt in ons eigen vakgebied, heeft u de meeste kans op een bevredigend antwoord. We weten namelijk niet zoveel van kernfusie en ook als uw interesse uitgaat naar de leefomgeving van de bladsprietkever kunt u beter iemand anders inschakelen.

Voor wie? 
Een ISOLUNCH is bedoeld voor iedereen die behoefte heeft aan meer informatie op het gebied van kwaliteit, arbo en milieu in het algemeen en certificatie en verbetering in het bijzonder. Onze gasten zijn overwegend ondernemers en beslissers. Het gebeurt daarom niet zelden dat er stevig genetwerkt wordt. Vinden we ook prima.

Voor details, regels (want die zijn er ook) en planning kunt u het beste even hier klikken. 

Wel even aanmelden hoor. Het loopt inmiddels storm.

maandag 17 mei 2010

Nieuw jasje...


Soms is het even nodig. Een nieuwe outfit. En dat geldt ook voor blogs. De onze in dit geval. We hebben niet alleen een nieuwe look, maar we zijn ook los gegaan op accessoires. Zo hebben we een heuse tag cloud, een zoekfunctie en zelfs extra pagina's

En neemt u van ons aan; we zijn nog lang niet uitgestyled (voor zover dat een woord is). We hebben de smaak te pakken.

Dus houdt deze blog niet alleen in de gaten voor inhoudelijke nieuwigheden. Er zou zomaar cosmetisch ook wat veranderd kunnen zijn, als u even niet oplet.


vrijdag 23 april 2010

VCA versie 5.1

Met ingang van 1 april jl. is een nieuwe versie van VCA van kracht. De 5.1 versie om precies te zijn. Niet schrikken, de wijzigingen vallen erg mee. De veranderingen - met name in de procedure en de bijlagen - zijn het gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe norm ISO/IEC 17021 (accreditatienorm voor certificatie instellingen). Op www.vca.nl is alles ruimschoots omschreven. De wijzigingen zijn eerder een verduidelijking van de 5.0 versie dan een concrete verandering. Een overzicht treft u hier.

En dan is er natuurlijk nog een overgangsregeling. Deze zit iets anders in elkaar dan gebruikelijk. Als volgt:

  • Vanaf 1 mei 2010 dienen nieuwe contracten voor VCA certificatie te worden gebaseerd op VCA versie 2008/5.1.
  • VCA certificatie die is gecontracteerd vóór 1 mei 2010 kan nog worden gebaseerd op de oude versie (VCA versie 2008/05), met dien verstande dat na 1 november 2010 geen VCA certificaten meer mogen worden verstrekt op basis van VCA versie 2008/05.
  • Tussentijdse audits worden afgehandeld op basis van de VCA versie die is gehanteerd bij de initiële audit, respectievelijk de herhalingsaudit (bij verlenging), echter voor wat betreft de VCA 2008/05 niet langer dan tot 1 november 2010.
  • Na 1 november 2010 kan verlenging van certificatie alleen plaatsvinden op basis van de nieuwe versie, ook wanneer van certificatie-instelling wordt gewisseld.
  • Uitbreiding van de scope (raam van activiteiten) van het VCA certificaat kan na 1 november 2010 slechts worden verleend na toetsing op basis van de nieuwe versie.

Bij vragen weet u ons te vinden.

donderdag 1 april 2010

Veilig Pasen

Volgens mij zijn feestdagen ronduit gevaarlijk. Zo maken we er jaarlijks een sport van om op wankele trapjes glazen ballen in een doorgaans makkelijk ontvlambare boom te hangen, waarna we massaal onze resistentie voor Salmonella testen. Daags erna steken we collectief - vlak voor onze voordeur nog wel - explosieven af om het nieuwe jaar in te luiden.


En nu is het tijd voor Pasen. Ook doodeng natuurlijk. Vooral uit voedselveiligheidsoverwegingen.


Paaseieren zoeken klinkt als een berg familielol (nou ja…), maar weet u wel waar die eieren vandaan komen, hoe ze gekleurd zijn en vooral hoelang ze al in de - hopelijk - warme zon op u liggen te wachten?


We zijn de moeilijkste niet. Hieronder een aantal top tips om de Paasdagen voedselveilig door te komen (we laten de obligate meubelboulevards en schoonfamilie buiten beschouwing).


1. Gebruik andere eieren voor het decoreren en de speurtocht dan voor consumptie. Of als u echt het zekere voor het onzekere wil nemen; verstop plastic eieren. Chocola is natuurlijk een zalig alternatief, maar vergeet hierbij ook de effecten van de zon niet.


2. Houd alles schoon. Was gebruiksvoorwerpen, werkbladen en andere oppervlakken die met de eieren in contact komen. Dat geldt ook voor het handen wassen natuurlijk.


3. Kleur de eieren die u – en uw kind – gaat eten uitsluitend met kleurstof die speciaal voor voedsel is bestemd. Deze vindt u in iedere goede supermarkt.


4. Houd hard gekookte eieren die bestemd zijn voor consumptie zo lang mogelijk in de koelkast.


5. Controleer de temperatuur van uw koelkast en zorg dat deze 5 °C of kouder is.


6. Laat niemand eieren eten die meer dan twee uur ongekoeld bewaard zijn.


7. Als u het rauwe ei zelf door de eierschalen blaast, zou u zichzelf bloot kunnen stellen aan Salmonella. Uw mond raakt immers het rauwe ei aan. Was het ei in heet water om dit te voorkomen. En nu komt het; spoel het in een oplossing van 1 theelepel bleekwater op een half kopje water. Goed afspoelen hierna!


8. En mocht u nu van plan zijn om het uitgeblazen rauwe ei het bakken, doe dat dan direct. Niet bewaren.


9. Niets is eeuwig houdbaar. Zelfs hard gekookte eieren die goed zijn gekoeld moeten binnen 7 dagen na het koken worden gegeten.


10. Toch op jacht naar echte eieren? Let dan op scheuren in de eierschalen. Zelfs in kleine scheurtjes in het ei voelen bacteriën zich thuis.


U bent er helemaal klaar voor.


De Paashaas heeft inmiddels een enorm arbo-verantwoord mandje in gebruik en draagt enthousiast zijn nieuwe veiligheidsschoenen.


En o ja, als u het zich kan veroorloven; koop EKO eieren. Daar doet u de kippen ook een groot plezier mee.

Fijne Paasdagen!

donderdag 14 januari 2010

Veranderingen in de nieuwe BHV opleidingsstructuur

Omdat een blogpost over de inhoudelijke wijzigingen van de nieuwe BHV opleidingen nooit kwaad kan:

Kijkend naar de Arbo-wet 2007 dienen BHV'ers
te beschikken over een zodanige opleiding en uitrusting, en zodanig in aantal te zijn en bovendien
zodanig georganiseerd, dat zij de BHV-taken naar behoren kunnen vervullen. Ook moeten alle werknemers binnen een organisatie voorgelicht zijn over BHV binnen het bedrijf.

Om erachter te komen wat deze taken zijn en welke opleiding is vereist, wordt de RI&E als uitgangspunt gebruikt. De RI&E biedt namelijk inzicht in risico’s op de werkplek. Risico’s op de werkplek die voorkomen kunnen worden en risico’s die niet voorkomen kunnen worden, zoals: ongevallen (botbreuken, open wonden, snijwonden, brandwonden etc.), branden (door vaste-, vloeibare stoffen, gassen, elektriciteit en metaalbranden) en externe dreiging (gaslekkages of explosie). Maar ook branche specifieke risico’s zoals: werken op hoogte, werken in een besloten ruimte of kruipruimte, werken in de nabijheid van of op het water etc. komen in de RI&E terug.

Omdat elk bedrijf anders is, wordt er een tool ontwikkeld. Deze tool helpt bedrijven bij het maken van de juiste keuze voor de opleiding van de BHV'ers. De tool bestaat uit 10 vragen. Er zijn twee uitkomsten mogelijk, namelijk:

  • De Basisopleiding BHV is geschikt, even­tueel in combinatie met aanvullende BHV­-opleidingen of enkel onderdelen van de basisopleiding. Dit is geheel afhankelijk van de antwoor­den op de vragen.


  • Er kan worden volstaan met een BHV­ instructie voor micro bedrijven. Hiermee worden bedrijven bedoeld met minder dan zeven werknemers en geen andere restrisico's lopen. De BHV instructie bestaat uit twee onder­delen: de instructie Brandbestrijding en Ontruiming en Niet-spoedeisende Eerste Hulp.

Het doel van de nieuwe opleidingsstructuur is om de restrisico’s in elke branche te voorkomen door maatwerk te leveren.

Het voordeel van de nieuwe opleidingsstructuur is de uitbrei­ding van de mogelijkheden binnen de Basisopleiding BHV en BHV herhaling.

Naast de Basisopleiding BHV Eerste Hulp kunnen er ook losse certificaten wor­den behaald voor BHV Niet-spoedeisende Eerste hulp en/of BHV Spoedeisende Eerste Hulp. Dit geldt ook voor de Basisopleiding BHV Brandbestrijding en Ontruiming of losse certificaten voor BHV Brandbestrijding en/of BHV Ontruiming.

Bij de herhalingen kan de herhaling com­pleet worden aangevraagd of combina­ties van verschilende elementen. Kandidaten die de complete basis- en herhalingsopleiding BHV volgen ontvangen een diploma en een BHV-pasje.

Voor de voorlichting over BHV kan de werkgever zelf een bewijs van deelname afgeven. Het bewijs van deelname voor de BHV voor micro bedrijven wordt, zoals de bij de basis en de herhaling, afgegeven door en geregistreerd bij het NIBHV.