Veel plezier heb ik gehad (en heb ik nog steeds) van het systeemmodel van prof. Jan in ‘t Veld van de TU Delft, die probeerde de complexe werkelijkheid begrijpbaar te maken door deze te vertalen in meet- en regelsystemen met input, proces, output en terugkoppeling. En hij beschreef dat van de werking van een CV-thermostaat tot de werking van een menselijk lichaam. Om zo’n proces hanteerbaar te maken bakende hij deelprocessen af met het inmiddels overbekende begrip ‘black box’. Meer hierover is te vinden in zijn boek “Analyse van organisatieproblemen” van Uitgeverij Studieboek, al 33 jaar oud en nog steeds actueel.
Dit systeemmodel staat aan de basis van veel managementmodellen, vaak met toevoeging van psychologische aspecten (hoe functioneren mensen in een organisatie, leiders, medewerkers, culturen) en economische perspectieven (de klant komt in beeld, marktwerking, winst is belangrijk, de rol van aandeelhouders).
Denk bijvoorbeeld aan het EFQM-model (European Foundation for Quality Management) of aan de Nederlandse tegenhanger, het INK-managementmodel. Deze modellen uit de TQM-school brengen de gewenste werkelijkheid in kaart. Een werkelijkheid die nodig is om te kunnen overleven door kwaliteit te leveren in alle facetten van de bedrijfsvoering. Vanwege de complexiteit zijn het niet mijn favoriete modellen, maar ze hebben wel een belangrijke bijdrage geleverd aan het ‘oppeppen’ van het bedrijfsleven in West-Europa om de strijd met de mondiale concurrentie (Japan, VS) te kunnen aangaan. Of het genoeg is om China en India te weerstaan moet nog blijken…
Volgende keer meer over een model uit de Japanse school: de KAIZEN-filosofie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten